Soms heb je de pech dat je het kleine broertje bent van 2 grote, stoere broers. Dat je in groep 3 van de combinatieklas 3/4 zit en dat er in groep 4 een paar grote sterke jongens zitten. Dat je deze snelle wereld nèt kunt bijbenen. En dat taal en rekenen nou niet de vakken zijn waar je in uitblinkt. Dit is het verhaal van Ronald.

Ronald krijgt speltherapie op school, in het laatste uurtje vóór de grote pauze.

Weken achter elkaar speelt Ronald dat hij de winkelier is. Hij kan mij tot in detail vertellen hoe hij er uit ziet; zwart haar met een beetje gel, een wit shirt met zwarte strepen, witte korte broek, gekleurde schoenen. En terwijl hij dit vertelt zie je het voor je… De winkelier is knap, gespierd en voor niemand bang.

Ik, als klant, kom elke dag boodschappen doen. En de winkelier helpt mij waar hij kan. Hij tilt mijn zware boodschappenkrat helemaal naar huis, met één hand! En als ik iets vergeten ben, vindt ‘ie dat wel een beetje dom, maar hij komt de boodschappen nog wel even brengen. Er komen inbrekers in mijn huis. Natuurlijk bel ik de winkelier en hij slaat ze in elkaar tot ze jankend op de grond liggen. Er komen overvallers, maar de winkelier is niet bang! Hij verslaat ze moeiteloos. Vanuit de rol van klant bewonder ik deze winkelier. Wat is hij dapper, wat is hij sterk! En elke week zie je de winkelier stoerder en sterker worden. Hij is overduidelijk de baas. En voor niemand bang.

De bel gaat; het is pauze. Ronald verlaat het lokaal waar hij speltherapie heeft. Hij loopt de gang op: knap, gespierd en voor niemand bang!